Netwerken – mag dat eigenlijk wel?
Het klinkt als een open deur, bijna zelfs een stomme vraag in een eeuw die, misschien meer dan ooit, netwerken als sleutelwoord hanteert. Maar waarom doen ondernemingsraden (OR) daar zo weinig aan? Is het angst? Iets dat onbekend is? Of weten ondernemingsraden niet wat ze aan netwerken hebben? In alle gevallen is het jammer dat veel medezeggenschapsorganen hier weinig aan lijken te doen. Want netwerken levert juist veel op. Besluitvorming kan wel eens een dieper liggende grond hebben die onbekend is. En dan is het nog maar de vraag of op alle onderdelen de OR met de juiste persoon praat. Want dat hoeft niet altijd de bestuurder te zijn. Hoe kom je daar als OR achter?
Netwerk
Eigenlijk is die vraag simpel te beantwoorden. Ja, de OR praat met de bestuurder (want dat zegt de wet). En in zijn of haar kielzog ook met de HRM-functionaris. En in dat overleg mag de OR ervan uitgaan dat hij over de juiste informatie gaat beschikken om tot afgewogen adviezen en instemmingen te komen. Maar vergelijkingen – of, zo men wil, “second opinions” – kunnen geen kwaad. Afstemming met “concullega’s” als het om bench marking gaat; de controller voor de financiën; specifieke collega’s over technische zaken op de werkvloer; de vergeten hoek van middenkader die soms als sandwich tussen bestuurder en werkvloer in staan (en ook wel eens hun ei kwijt willen); deskundigen (intern als extern) en vakbonden kunnen OR-en helpen om dat zicht op de eigen besluitvorming te verbeteren. Dat is geen kwestie van wantrouwen; het is een kwestie van kwaliteit die medezeggenschap tot mede-zeggenschap maakt.
Krachtenveld
Een OR kan zelfs verder gaan. Letten op wat er gezegd wordt, of juist niet. Wie het zegt, hoe vaak. En of het regelmatig wordt herhaald in een organisatie. Want elk bedrijf kent zijn geijkte uitspraken. Maar vaak wordt vergeten waar ze vandaan komen. Wie dat kan achterhalen heeft, naast zicht op de formele macht, ook zicht op de informele macht. De agenda achter de agenda. Of de vraag wie nu de feitelijke “kingmaker” is waar op gelet moet worden. Dit alles vereist natuurlijk de nodige voorzichtigheid: wat in vertrouwen geuit wordt, moet daar ook blijven. Zonder vermelding van wie wat gezegd heeft. Maar mag dit alles? Ja, dat mag. Sterker: moderne medezeggenschap is het aan zijn stand verplicht om die formele en informele wegen te bewandelen. Om daarmee doelen te bereiken die goed zijn voor mens en bedrijf. Want dáár is het waar medezeggenschap eigenlijk om gaat.
Meer weten? Neem gerust contact met ons op.
Lees meer over conflicten:
https://www.merlijngroep.nl/blog/mediation-bij-overheid-en-burger-conflict/