Collega Aart heeft een conflict met collega Bert, Bert heeft geen conflict met Aart

Door Merlijn

Wat moet ik, als leidinggevende, nu?

Aart komt om de haverklap bij Marlies (leidinggevende) langs om te vertellen dat hij niet kan werken met Bert omdat deze op een heel andere manier werkt. Op aanraden van Marlies is hij er ook een keer met Bert over begonnen, maar dit liep op een fiasco uit. Als Marlies tussen neus en lippen door aan Bert vraagt of er problemen zijn, ontkent hij dat altijd.

Aart

Marlies kent Aart al heel lang, en ze weet dat hij zich al jaren heel constructief inzet, voor de organisatie. Hij is een van de senioren en wil daar ook naar behandeld worden. Aart is wat dat betreft niet de makkelijkste, weet Marlies.

Bert

Bert is veel jonger, vers van de universiteit en hij laat op zijn manier ook een constructieve inzet zien. Hij weet niet zo veel als Aart en heeft ook niet zijn ervaring, maar de potentie is duidelijk aanwezig.

Samenwerken

Marlies wil dat deze twee mensen die elkaar heel goed aan zouden kunnen vullen, goed met elkaar leren samenwerken. Deze situatie speelt al een tijdje en Marlies begint er een beetje ongeduldig van te worden. Waarom gaan ze niet gewoon even een borrel drinken met zijn tweeën? Het zijn volwassen mannen, daar moeten ze samen gewoon uitkomen. Helaas.

Wat moet Marlies nu?

Bert ontkent dat er iets aan de hand is, en Aart ergert zich in hoge mate. Marlies wil graag dat er een einde komt aan deze situatie en zij besluit om met hen om tafel te gaan zitten. Marlies wil erachter komen wat er nu precies speelt. Ze nodigt Aart en Bert allebei uit. Aart is op tijd en Bert komt een kwartier later hijgend en puffend de kamer binnen. Hij biedt meteen zijn excuses aan en gaat zitten. Hij ziet er vrolijk uit en begint enthousiast te vertellen dat hij een probleempje op de logistieke afdeling heeft opgelost. Hij is trots. Aart kan het niet uitstaan en wordt boos. “Het is altijd wat. Hij komt nooit op tijd. Het interesseert hem niet dat anderen op hem moeten wachten”, briest hij. “Ik ben het spuugzat. Ik kan nooit van hem op aan.”

Bert begint nu ook boos te worden en merkt op dat dit altijd is wat Aart doet, “Iedere keer als ik iets niet goed doe, dan komt dat, omdat ik niet goed naar jou heb geluisterd. Wat denk je nu eigenlijk, dat ik een klein kind ben? Ik ben het spuugzat dat je me als zodanig behandelt. Ik mag dan minder ervaring hebben en jonger zijn, maar dat is geen reden voor deze behandeling. Ik heb er nooit eerder iets over willen zeggen, want ik wilde geen probleem veroorzaken, maar dit wordt me toch echt te veel.“

Dan is het even stil aan tafel en Marlies zegt dat ze blij is dat het probleem, of in ieder geval het begin ervan, op tafel ligt en dat alle aanwezigen het probleem erkennen. Ze vraagt aan beide heren hoe ze dit gaan oplossen. Het blijft even stil en dan beginnen ze tegelijkertijd weer te praten…

Meer lezen over leidinggevende en medewerkers?

https://www.merlijngroep.nl/blog/ruzie-tussen-leidinggevende-en-medewerker/