Nieuw wetsvoorstel: Wet arbeidsmarkt in balans (Wab)
Nieuwe regelingen voor ziekte- en arbeidsongeschiktheid voor werkgevers
Er ligt sinds dit najaar een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer, dat een antwoord moet formuleren op de fundamentele veranderingen van de komende jaren, zoals bijvoorbeeld de groeiende zzp-problematiek. Het betreft ook regelingen voor ziekte- en arbeidsongeschiktheid voor werkgevers en beleid rond het stimuleren van een leven lang ontwikkelen.
De Wab is bedoeld als een verbetering van de Wet werk en zekerheid (Wwz). Die wet had o.a. als doel ontslag simpeler en goedkoper te maken. Maar ontslag werd er juist lastiger en duurder door, zo bleek uit een onderzoek naar de ontbindingspraktijk van de Wwz.
Volgens het Kabinet geven in de huidige situatie vaste contracten werknemers veel bescherming, terwijl flexcontracten dat nauwelijks bieden. De Wab moet dat ‘in balans’ brengen. Ontslag wordt straks eenvoudiger en flexwerk wordt duurder.
Werkgevers zijn nu huiverig om werknemers een vast contract te bieden door de stapeling van kosten en risico’s. Als gevolg daarvan komen groepen werkenden vaak in flexbanen terecht en hebben ze nauwelijks zicht op zekerheid.
Maatregelen Wab
Het gaat nu om de volgende maatregelen:
- Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden. Nu moet de werkgever aan één van de bestaande acht ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de werkgever c.q. de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. Als van die ontslaggrond gebruik wordt gemaakt kan een werknemer (maximaal) een halve ontslagvergoeding (transitievergoeding) extra krijgen.
- Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding, ook tijdens de proeftijd. Dat is nu nog na twee jaar dienstverband. De transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Dat wordt nu één maandsalaris per drie gewerkte jaren.
- De WW-premie wordt voor werkgevers lager als ze een werknemer een vaste baan aanbieden. Dat moet in 2020 leiden tot hoge premie voor tijdelijk (flex)werk en een lage premie voor contracten voor onbepaalde tijd.
- Werknemers die gelijk een vast contract krijgen aangeboden, beginnen dan wel met een langere proeftijd, tot vijf maanden.
- De opeenvolging van tijdelijke contracten wordt verruimd van twee naar drie jaar.
- De pauze tussen een keten van tijdelijke contracten kan per cao verkort worden van zes naar drie maanden, als er sprake is van structureel tijdelijk werk.
- Er komt een uitzondering op deze regeling voor invalkrachten in het primair onderwijs, die invallen wegens ziekte.
- Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op pensioen.
Ingangsdatum voor deze wijzigingen is voorzien op 1 januari 2020.
Lees meer over ontslag:
https://www.merlijngroep.nl/actueel/ontslag-en-nu/